Jan Jongerius
U bevind zich hier: Sander Coumou > Stamboom > Jan Jongerius
Jan Jongerius
Jan Jongerius, voluit heette hij: Johannes Josephus Jongerius, roepnaam Jan. Geboren op vrijdag 12 oktober 1888 te Utrecht. Overleden op zondag 27 april 1941 te Utrecht. Getrouwd op woensdag 11 februari 1914 met Henrica Cornelia van Kraaij.
Jan Jongerius, een bloeiend bedrijf aan het Merwedekanaal
Het bedrijf van Jan Jongerius in 1948. Voor aan het kanaal het nieuwe woonhuis met de halfronde tuinaanleg en oprit. Daarachter de oudste hal. Links van het huis is nog een groot hallencomplex gebouwd. Achter het complex zijn de uitgestrekte boomgaarden nog aanwezig.
Het constructie- en carrosseriebedrijf van Jan Jongerius was decennia lang een begrip in Utrecht en omstreken. Jongerius stond onder andere voor garagebedrijven, tankstations, bussen, touringcars en vrachtwagens. Speelden er zich in de villa van de katholieke selfmade man vlak voor de oorlog nog Hollywood-achtige taferelen af, in 1953 ging zijn bedrijf failliet. Enkele bijzondere gebouwen die bewaard zijn gebleven herinneren aan opkomst en ondergang van een opmerkelijk zakenimperium.
Jan Jongerius had rond 1920 een hoveniersbedrijf aan het Merwedekanaal. Dit kanaal was nog niet zo lang geopend (1892) en gemeenten als Utrecht en Jutphaas hoopten op een sterke stimulans voor de industrie. In eerste instantie viel dat wat tegen, maar na de Eerste Wereldoorlog begon zich aan de westzijde van het kanaal toch een industriestrook van enige omvang te ontwikkelen.
Het hoveniers-bedrijf aan het Merwedekanaal, genaamd Bastiaans Hof.
Aan de oostzijde, net ter hoogte van het bedrijf van Jongerius, begon de gemeente Utrecht in 1920 met de aanleg van een industriehaven. Of dit uitzicht hem inspireerde tot grootindustriële gedachten weten we niet. Maar een feit is dat Jan Jongerius het vervoer van zijn agrarische producten inwisselde voor vervoer van andere zaken op zijn kar, zoals petroleum. Hij moet op een bepaald moment tot het inzicht gekomen zijn dat zijn toekomst lag in een combinatie van petroleum, vervoer en alles wat daar te maken had. Binnen korte tijd vertrok de voormalige hovenier, nu zakenman in spe, naar Amerika waar hij contracten afsloot met Ford en Texaco. De exacte inhoud daarvan is wellicht in een huisarchief nog na eens te gaan. Zeker is dat Jongerius na terugkomst een bedrijf opbouwde dat aan het eind van de jaren dertig tot een imperium was uitgegroeid. Jongerius bezat in heel Nederland benzinestations (Texaco) en fabriceerde auto- en vliegtuigmotoren, touringcars en vrachtwagens en talloze andere producten die met vervoer te maken hebben.
Een droomhuis
De geslaagde zakenman bouwde voor zichzelf en zijn familie een nieuw huis. Een droomhuis, zo mogen we het rustig noemen. Want het is dit opmerkelijke woonhuis dat tot nog steeds een aparte plaats inneemt tussen de doorsnee kantoren en bedrijfsgebouwen aan het Merwedekanaal. Om dat te zien moeten we wel door de wat onderkomen toestand van het gebouw en de direct daarachter gelegen fabriekshal heenkijken. De foto's uit de glorietijd van het bedrijf tonen echter een staaltje modern bouwen aan het kanaal dat in Utrecht en Jutphaas veel opzien moet hebben gebaard. Waarschijnlijk deed Jan Jongerius in de Verenigde Staten inspiratie op voor de bouw van een nieuw woonhuis. De stijl van het woonhuis en die van de fabriekshal zijn duidelijk geïnspireerd op het Modernisme en heeft ook wat weg van de architectuur van Frank Lloyd Wright. Had Jongerius in Amerika bij de 'moguls' van de olie-industrie dergelijke moderne woonhuizen gezien of was het juist de rijkdom van hun optrekken die hem inspireerde tot de bouw van een passend woonhuis? De architect van het woonhuis en de hal zijn vooralsnog onbekend. In het woonhuis zelf werd in de hal een glas-in-lood raam aangebracht met in de hoek een afbeelding van een bouwtekening van het huis. Het lijkt er op dat Jongerius de onbekende architect heeft laten tekenen wat hij - Jongerius - zelf al in zijn hoofd had. Opmerkelijk in contrast met het uiterlijk is het ouderwetse interieur van het pand: een donkere, houten betimmering bedekt de wanden van de woonkamer en in de hal is boven de monumentale trap een glas-in-lood raam aangebracht met een in 'neo-Sixtijnse-Kapel stijl' uitgevoerd beeld van God de Vader. Is wellicht in het interieur de voorkeur gegeven aan een meer conventionele stijl, omdat de vrouw des huizes dit voorstond? Een andere aanwijzing dat het huis ontworpen werd naar een idee van Jan Jongerius is de wat onhandige bouwkundige opzet van het geheel. Het enorme brede overstekende balkon en het eveneens overstekende dak houden het niet goed zonder extra ondersteuning.
Zicht op de achtergevel van de villa vanuit de hal. Achter de smalle glas-in-lood ramen bevindt zich de huiskapel.
De familie Jongerius met hun tien kinderen
Hollywood aan het kanaal
In 1939 gaven Jongerius en zijn vrouw een groot feest ter gelegenheid van hun 25-jarige bruiloft. De toen gemaakte fotoreportage geeft een prachtig beeld van de rijke, succesvolle, katholieke zakenman en zijn familie en vrienden. Het woonhuis en de fabriekshallen zien er uit als een decor in een Hollywood-film bevolkt door zakenlieden met dikke sigaren, mondaine dames en vrolijke jongemannen in dure auto's. Uit de foto's blijkt goed hoe het woonhuis en de fabriekshal er in oorsprong uitzagen.Aan een lange tafel zit de familie met het bruidspaar centraal, links een oom (witte pater) en op de achtergrond een geheel met bloemen versierde auto. De gasten die gearriveerd zijn ter gelegenheid van heffeest vermaken zich onder de pergola. De toegang aan deze zijde van het woonhuis leidde onder andere naar de wijnkelder. Het lijkt een familie die weet wat genieten is, dat stralen deze heren in ieder geval wel uit.
Ter gelegenheid van het 25-jarig huwelijksfeest wordt voor familie, vrienden en werknemers een feest gegeven. In de grote hal is onder andere een receptie.
Naast de woonkamer en de grote hal -waar de portretten hingen van vader en moeder - was er bovenin nog een kleine huiskapel. De prachtige fabriekshal had op de hoeken verhogingen in de vorm van lantaarns die tegelijkertijd dienst deden als reclamezuilen. Een groot glas-in-lood raam, geschonken door het personeel ter gelegenheid van een jubileum, toont alle takken van het bedrijf in vanzelfsprekende combinatie met de evolutie van het transport en Mercurius, de god van de handel. Met de auto konden bezoekers tot voor de hal rijden. De tuin was aangelegd mét oprijlaan en een benzinestation. Het woonhuis en de hal waren verbonden door een pergola. Aan deze zijde was ook de toegang tot de wijnkelder onder de villa.
De familie in de huiskamer. Goed zichtbaar is nu de wat ouderwets aandoende lam-brisering.
De ondergang
Met zijn overlijden in 1941 kwam aan al het succes van Jan Jongerius abrupt een einde. Het feit dat hij overleed kwam mede door zijn welvaart en bijhorende levenstijl. hij kreeg een probleem aan zijn ingewanden en moest daarvoor geopereerd worden, echter door zijn omvang was dit helaas niet mogelijk. De schok was groot en de uitvaart kreeg veel aandacht in de pers. Die onderstreepte nog eens het belang van Jan Jongerius als succesvol zakenman en steunpilaar van de katholieke gemeenschap. Wie moest het bedrijf overnemen? De zonen waren nog niet ervaren genoeg om hun vader op te volgen en dus werd een broer tot hoofd van het bedrijf benoemd.
Deze Co Jongerius had tot dan toe een garage en benzinestation aan de Leidseweg onder zijn hoede. Helaas bleek Co niet het zakeninstinct van zijn overleden broer te hebben, hoewel dat pas na de oorlog zou blijken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog behoorde Jongerius bij uitstek tot een tak van industrie die de Duitsers graag inlijfden ten behoeve van de oorlogsindustrie. Jongerius maakte onder andere vliegtuigmotoren en geschut. Dat is hem direct na de oorlog niet in dank afgenomen en het bedrijf werd in eerste instantie beschuldigd van collaboratie. Al vrij snel bleek - na diverse petities van goede bekenden - dat de fabriek tijdens de bezetting ook een dekmantel was geweest voor verzetsactiviteiten. In 1945 werd er op het terrein een klein monument opgericht ter nagedachtenis aan de slachtoffers die tijdens het uitoefenen van het verzet omgekomen waren. Dankzij de diverse getuigenissen ten faveure van Jongerius, werd de verdenking van collaboratie weer opgeheven en mocht het bedrijf voortgaan. Helaas bleek het zakelijk leiderschap van Co Jongerius geen succes en in 1953 werd faillissement aangevraagd.
Van filmdecor tot monument?
Kort daarna kwamen het terrein en het woonhuis in bezit van defensie. De nieuwe eigenaar bleef het woonhuis en de hal gebruiken als respectievelijk kantoor en opslagruimte, maar behandelde sommige delen van het woonhuis niet altijd even zorgvuldig.
Zo bracht defensie nogal zorgeloos allerlei voorzieningen aan die in het woonhuis hier en daar ten koste ging van de originele afwerking.
In de jaren negentig deed het gerucht de ronde dat defensie het terrein zou gaan verlaten. Een bezoek ter plekke door de sector Monumenten van de gemeente Utrecht bracht pas goed aan het licht wat voor een bijzonder complex hier stond en deels nog staat. Ook werd het glas-in-lood-raam ontdekt, dat inmiddels verplaatst was van de oorspronkelijke plek in de fabriekshal naar een gebouw even verder op het terrein. Bij het vertrek van defensie - die het overigens in beheer gaf aan de Dienst der Domeinen - werd het gebouw gekraakt.
Het glas-in-loodraam met de geschiedenis van het transport, de bedrijvigheid van Jongerius en allerlei andere beelden die te maken hebben met het bedrijf. Het raam bevindt zich nu op een andere plek op het terrein in een kantoorgebouw uit de jaren zeventig.(Foto: ABC)
De krakers vreesden dat het terrein 'ten prooi' zou vallen aan de Jaarbeurs. Die was immers het Merwedekanaal overgestoken en had naast Jongerius een grote parkeergarage gebouwd. Toen Domeinen vervolgens het woonhuis en de hal verhuurden voor de opnamen van een televisieserie, werden de krakers gedwongen de panden te verlaten. Lange tijd brandden er grote lampen rondom het woonhuis en waren woonhuis en hal toneel van de meest uiteenlopende praktijken. Jongerius was alsnog een filmdecor geworden en wel van de televisieserie Wet en waan. Maar alleen voor de kenner van het woonhuis en de hal was dat zichtbaar, want zoals gebruikelijk in speelfilms kwamen deuren dikwijls uit op heel andere ruimten dan in de werkelijkheid. Zo maakten de hoofdrolspelers veelvuldig gebruik van de monumentale trap om vervolgens in volstrekt verschillende vertrekken uit te komen. Met name de hal bleek uitermate geschikt om rechtbank- en gevangenisscenes op te nemen. Het is echter voor het gebouw en de hal te hopen dat het op termijn een definitieve functie krijgt en opgeknapt wordt. De staat van beide gebouwen gaat hard achteruit. Gelukkig is het woonhuis sinds 31 januari 2001 geplaatst op de Rijksmonumentenlijst. Jammer is wel dat de gemeente Utrecht zowel het woonhuis als de hal als het glas-in-lood raam had voorgesteld voor plaatsing. Dit fabriekscomplex is immers in zijn geheel van architectonisch en cultuurhistorisch belang. Het lijkt dan ook gerechtigd om de hal én het bijzondere glas-in-lood raam in ieder geval op de gemeentelijke monumentenlijst te zetten. Dan kunnen woonhuis en hal bij toekomstige ontwikkelingen niet makkelijk gescheiden worden en dan kan het glas-in-lood raam weer terug naar zijn oorspronkelijke plaats.
De fabriek in goede tijden: een schoonzoon toont zijn nieuwe auto (een Mercury) met op de achtergrond het huis en de hal.
Bron:
www.jongerius.nl
Meer over Jan Jongerius?
Jan jongerius kan via de afbeelding hiernaast aan mij gelinkt worden.
Vragen/opmerking? mail mij!
|